BORIGINAL DOWN UNDER

De hilarische avonturen van Ingeborg Down Under

tiki comes into the world
Lilypie Baby Ticker

maandag, mei 31, 2004

FLINDERS RANGES: DE MOONARIE BEKLIMMEN, deel I

Er kwam een lang weekend aan en Saskia had voorgesteld om naar Flinders Ranges te gaan, een groot natuurgebied in South Australia, om daar te gaan klimmen en kamperen. Er zouden meer mensen naar toe gaan die zij kent; klimmers dus, zodat ze klimspullen van anderen kon lenen en daarnaast was dat natuurlijk gezellig. Saskia overtuigde mij er van dat het daar heel mooi was, dus ik zei ja. Ook Karen zou van de partij zijn; erg leuke vrouw, dus gezellig.

Op woensdagavond 7 april waren Saskia en ik al volop aan het pakken geslagen, zodat we donderdagmiddag zo snel mogelijk konden vertrekken. We hadden allebei wat eerder vrij gekregen bij Schenker, maar uiteraard waren we nog niet helemaal klaar. We gingen dan ook niet naar een camping, maar gewoon in de bossen; zonder enige voorziening. Dat betekent dat je alles zelf mee moet nemen en daar niets kunt kopen, tenzij je een eindje rijdt met de auto. Maar voor drie dagen wilden we gewoon in een keer klaar zijn.
Eigenlijk was het de bedoeling dat Karen met ons mee zou rijden, maar we hadden veel te veel spullen, dus ze paste er niet meer bij. Niets aan de hand, we gingen gewoon met twee auto’s.
Donderdagmiddag 8 april, rond half vijf gingen we eindelijk op weg. Hier in Australie is het echter niet heel erg aan te raden in het donker te rijden buiten de steden, vanwege kangoeroes en ander wild wat geregeld aangereden wordt en waardoor je dus vreselijk ongelukken kunt krijgen. Kangoeroes schijnen door het licht te worden aangetrokken en dan verstijfd van schrik midden op de weg te blijven staan.
Hoe dan ook; uitkijken als je in het donker rijdt.

Luidkeels zingend reden Saskia en ik de stad uit, de Outback in (de wildernis, of eigenlijk alles buiten de steden en bewoonde gebieden). We zongen zo hard mee met het bandje wat we op hadden gezet , dat ik zeker wist dat Karen ons kon horen in de auto voor ons. Het heeft de kangoeroes in ieder geval genoeg afgeschrikt. Handige bijkomstigheid.
Het zou een ritje worden van een uurtje of 5, dus onderweg stopten we nog om even wat te eten en zo mocht ik mijn eerste echte Aussie hamburger proeven. Ja, ze weten hier heel goed hoe je lekkere hamburgers kunt maken. Errug lekker.

Hoe dan ook was het een lange rit door de gitzwarte nacht. Tegen elf uur ‘s avonds waren we nabij de plaats van bestemming. We moesten op zoek naar een bordje “verboden te kamperen”, want daar gingen we kamperen. Snap jij het ? Ik ook niet.
Saskia draaide een kiezelweg op en we schudden gezellig over de baan die een weg moest voorstellen.
Zij was er al eens eerder geweest en dacht een ingang te herkennen en reed daarheen. Als er al een weg was, had ik dat niet door door alle grote stenen op de route en diepe kuilen. Het leek of we door de wildernis reden en nergens uit zouden komen. Karen volgde ons vol goede moed, ook dat nog.
Ik werd er echt niet blij van, zag al visioenen van ons in de middle of nowhere, volledig verdwaald enzo, maar nee, Saskia had het helemaal goed onthouden en was goed gereden. We zagen de eerste lichtjes van andere kampeerders al tussen de bomen door. Dat die auto van Saskia dit allemaal pikte was wonderbaarlijk, maar uiteindelijk arriveerden we dan op de kampeerplaats waar je niet mocht kamperen.

Ik besloot een aantal mensen aan te spreken om te kijken of er bekenden van Saskia waren. We wisten bijvoorbeeld dat Johnno, Jo, Mike en nog een paar mensen daar zouden zijn en ik kende Johnno en Mike van de barbecue in Bel Air. Ik liep dus op het groepje af en ineens herkende ik Johnno’s stem; gelijk de juiste mensen dus !
Toen moesten we onze tenten op gaan zetten. Ik had mijn tent in Nederland gekocht, maar door het weer en alle drukte voor mijn vertrek had ik geen kans gezien om te oefenen. Dus ik moest mijn tent in het aardedonker voor het eerst opzetten en erg veel kampeer ervaring heb ik niet.
Nu hadden die klimmers allemaal van die handige “headlights”, een zaklamp die je om je hoofd bindt, maar ik moest het doen met een gewone zaklamp. Die hield ik dus maar in mijn mond om te zien wat ik aan het doen was en twee handen vrij te hebben om mijn tent op te zetten. Gelukkig bleek het niet zo moeilijk te zijn, maar het was toch nog moeilijk genoeg in het donker. Het was wel droog en ik had de hele nacht de tijd.... Ik vertelde de anderen dat die zaklamp in mijn mond een uitvinding was voor mensen die maar blijven praten; het hielp maar een beetje, want ik presteerde het nog om iets ongeveer verstaanbaars uit te kramen. Binnen een uur stonden alle drie de tenten en dronken we nog een biertje. Ik vind hier de Coopers Pale Ale erg lekker. Je zou die het beste kunnen vergelijken met een Hoegaarden denk ik, maar toch net weer anders.
Het vervelende was dat je daar van die kleine gemene prikkels had, die aan je kleding blijven hangen en dus ook gerieflijk in je slaapzak belandden. Alles went, ook een nieuwe tent. Ik was er eigenlijk wel trots op en ik kon mijn nieuwe slaapmat uit proberen. Ik moet zeggen dat ik erg goed geslapen heb.

Vrijdagochtend wilden we vroeg uit de veren en om 6 uur hoorde ik de eerste enthousiastelingen al, maar besloot me nog een keer om te draaien, een paar prikkels uit mijn slaapzak te gooien en verder te slapen. Toch waren Saskia, Karen en ik rond 8 uur allemaal wakker en uit de veren.
Eindelijk kon ik de omgeving zien. Het was wat kaal met bomen waar niet veel bladeren aan zaten en fijn bruin stoffig zand. Tussen de bomen door zag ik de Moonarie opdoemen; een enorme okerkleurige rotspartij en onderdeel van een enorme krater, ook wel Wilpeena genaamd. Wilpeena Pound is een natuurlijk reservoir. Het was verbijsterend en indrukwekkend, maar dat zullen jullie wel zien op de foto’s.

Na een ontbijtje gingen we ons voorbereiden op de klim. Saskia mocht wat klimgerei lenen van Johnno en Karen had een andere bekende gevonden met wie ze die dag zou gaan klimmen.
Sas had me al gewaarschuwd dat we eerst een wandeling naar de klim moesten maken, die zwaar was en ons zeker een uur zou kosten. Daar zouden we aankomen bij het “topcamp” waar alle klimmers hun touwen achterlieten en ander klimgerei, gedurende hun verblijf, zodat je dat niet iedere dag mee hoefde te zeulen, want het is uiteraard best zwaar. Op de laatste dag voor je vertrek nam je dat dan pas weer mee naar beneden.
Bepakt en bezakt met backpacks en vooral veel water vertrokken we. Hier ga je nergens naartoe zonder water. Na tien minuten was ik al helemaal kapot, zo zwaar was het; heuvel opwaarts, maar het uitzicht werd steeds mooier. We moesten het pad volgen. Gelukkig liep Saskia voorop, want ik zag niets wat op een pad leek. Het was gewoon een tocht door de rimboe en her en der stonden stapeltjes stenen, zodat je wist dat je op de goede weg zat. Echt van die opgestapelde stenen als in de film “Blair Witch Project” en zelfs de geluiden van de takjes waar je op stapte deden me daar aan denken. Gelukkig was er niets engs aan, geen heksen tegen gekomen of psychopaten. Wel schitterende natuur om me heen. Een beetje herrie maken tijdens het lopen was een goed idee, vanwege slangen.
Naarmate we dichter bij Moonarie kwamen werd het pad (welk pad ?) moeilijker begaanbaar en stijler en begon het “wandelen” steeds meer op klimmen te lijken. Ik moest ook echt een paar keer gaan zitten om uit te rusten, niet gewend aan het Australische idee van een wandelingetje, wat ze hier hiken noemen.
Ik begreep nu wat Saskia bedoelde met “Dit is nog niets !“ de week ervoor toen we door de Adelaide Hills aan het hiken waren. Het was een ware uitsputtingsslag voor mij, maar ik had dan ook niet erg veel conditie na bijna een jaar op mijn kont zitten achter een computer bij BSC.
Hoi collega’s ! Alles kits ? Ik kom nog niet terug, veel te leuk hier !
In ieder geval waardeerde ik het enorm van mezelf dat ik was gestopt met roken, want anders had ik dat helemaal niet aangekund om die klim te maken. Ik moet er wel bij vertellen dat ik een paar dagen ervoor keihard op mijn rechterknie was gevallen in het magazijn. Ik struikelde over een paar spanbanden, die niet weg waren gegooid, met een doos bier in mijn handen. De doos en mijn knie vingen de klap op. Het deed echt vreselijk veel pijn, en ik heb de knie goed gekoeld. Er waren maar 3 bierflesjes kapot, wat dan weer mee viel. De volgende dag echter kon ik er wel weer gewoon mee lopen zonder pijn, alleen zodra ik op mijn knieën wilde zitten of mijn knie ergens tegen aan stootte, al was het zachtjes, ging ik door de grond van de pijn. Ik had dan ook wat rekverband om mijn knie gedaan, ter bescherming.

Enfin, anderhalf uur en twee liter water verder bereikten we het topcamp, waar we uit konden rusten. Dit topcamp was een gewoon een plat rond stenen gedeelte onderaan de Moonarie, met grote opgestapelde stenen langs de rand voor beschutting. Daar informeerde Saskia welke klim we het beste konden doen, niet te moeilijk voor mij en niet te moeilijk voor haar. Want dit zou weer heel anders zijn dan het klimmen bij Morialta in de Adelaide Hills. Dit zou pas mijn tweede keer outdoor klimmen worden, dus rustig aan beginnen ? Nou, als je die hoge rotsen zag (voor Nederlandse begrippen dan) zag het er moeilijk genoeg uit. We zouden de klim genaamd “Altion” gaan doen. Elke klim heeft een naam en een moeilijkheidsgraad. Dit was een moeilijheidsgraad 12, wat relatief makkelijk zou moeten zijn, echter moesten we wel 90 meter omhoog ! De gewenste klim herken je van een foto in een klimboek van de betreffende omgeving. Je kijkt naar de locatie en de specifieke gleuven en scheuren om de klim te herkennen; meer iets voor het geoefende klim-oog dus, want ik zie het verschil niet.
Toen we bij de bewuste klim arriveerden, op 5 minuten klauter afstand van het topcamp vandaan, waren Mike en Rob de klim al aan het doen, wat betekende dat we even moesten wachten. Onder het wachten zal ik globaal uitleggen hoe het klimmen in zijn werk gaat.
Bij Morialta hadden we gebruik gemaakt van een zogeheten “toprope”, een touw wat bovenaan de klim door een metalen ring gehaald wordt, die aan de rots bevestigd is. Zo heb je onderaan de klim je touw dubbel en kun je vanaf de grond diegene die klimt zekeren. Dit is een veilige en makkelijke manier van klimmen, maar in veel gevallen is het niet mogelijk om een toprope te gebruiken.

Bij de vorm van klimmen die we nu gingen doen is er iemand die de klim leidt, in ons geval Saskia, want je moet wel een geoefende klimmer zijn om dat te kunnen doen en dat is Saskia zeer zeker. De klim leiden betekent dat je zonder de veiligheid van het touw en iemand die je zekert, omhoog klimt en onderweg steeds jezelf in veiligheid stelt door klimgerei in bijvoorbeeld een scheur aan de rots te bevestigen. Als je dan valt, kun je niet verder dan een paar meter vallen, maar dan nog kun je jezelf ernstig bezeren. Als diegene die de klim leidt een “pitch” (gedeelte van de klim) gedaan heeft, zet die een zekerings-station op, zodat de volgende gezekerd kan worden om naar boven te komen, veilig aan een touw. Een klim leiden is dus behoorlijk gevaarlijk en je moet goed weten wat je doet.
De Altion was een klim van 3 pitches, dus drie keer omhoog en dan een zekerings station opzetten; 90 meter ! De meeste touwen kunnen gebruikt worden voor een klim van 30 tot 40 meter.

Toen we eindelijk aan de klim konden beginnen was het al rond een uur of twee. Ik moest uiteraard eerst wachten totdat Saskia naar boven geklommen was, naar de eerste plek waar je redelijk kon staan of zitten en een zekerings station kon opzetten, zodat ze mij kon zekeren via het touw en zelf ook niet kon vallen. Toen was ik aan de beurt en dit was best heftig. Het zweet brak me uit, want als ik omlaag keek, was de diepte indrukwekkend en achter me strekte het kale landschap zich uit. Een schitterend uitzicht, maar toch wat beangstigend als je aan een rots hangt met drie vingers.
Tuurlijk zat ik veilig aan een touw, maar toch wil je liever niet vallen. Genoeg adrenaline in ieder geval en ik kwam uiteindelijk ook echt wel boven bij Saskia. We waren echter wel weer twee uur verder inmiddels toen we allebei bij de eerste pitch waren.
Toen kwam Karen langs gelopen en ze zwaaide naar ons. We hadden een luid schreeuwend gesprek met haar, want anders kun je elkaar op die afstand niet verstaan; afhankelijk van de windrichting uiteraard. Karen raadde ons aan om naar beneden te komen en de klim die dag niet meer af te maken. Saskia had het al eens meegemaakt dat ze een klim moest afmaken in het donker in de Moonarie en daarna nog terug naar het basiskamp (kampeerplek) moest lopen. Ze was toen samen met Andrew en ze werden toen gered door Rob Baker, een nogal bekende en notoire klimmer.
Saskia heeft me verteld hoe eng het was en dat ze het liever niet nog eens mee wilde maken.
Voor het donker beneden zijn is dus wel aan te raden en rond zes uur wordt het ineens binnen tien minuten volledig donker.
Echter, als Saskia en ik naar beneden zouden komen, zou dat betekenen dat we moesten abseilen en het touw die nacht achter moesten laten. Op zich niet zo’n probleem, want niemand zou dat touw die nacht mee nemen en we konden het dan de volgende dag weer ophalen, maar het touw was van Johnno, dus niet van Saskia zelf. Daarnaast had ik nog nooit geabseilt. Maar als we verder zouden klimmen zouden we nooit voor het donker klaar zijn of in ieder geval beneden zijn. Het werd dys toch abseilen en het touw achterlaten tot de volgende dag.
Saskia werd nogal nerveus, omdat ze zich verantwoordelijkheid voelde voor mijn veiligheid. Ze legde me keurig en duidelijk uit wat ik moest doen en het kwam er op neer dat, wat ik ook deed; NOOIT het touw loslaten. Als ik het touw los liet zou ik vallen en afhankelijk van de hoogte, het waarschijnlijk niet overleven. Saskia maakte nog wel een veiligheidsknoop, zodat als ik onverhoopt toch los zou laten, ik toch niet ver zou kunnen vallen, omdat die knoop me af zou remmen. Saskia vond het enger dan ik, want ik vond het allemaal reuze spannend. Het ging me dan ook goed af en het abseilen gaf me wel een kick.
Saskia volgde mij en Karen stond ons beneden op te wachten, zodat we met zijn drieën de wandeling naar beneden konden maken voor donker.
Dat lukte op zich prima, maar helaas stapte ik halverwege verkeerd en zwikte door mijn enkel; gelukkig niet heel ernstig, maar toch pijnlijk. Ik haalde het rekverband van mijn rechter knie en deed het om mijn linker enkel en zette de tocht voort. We waren in ieder geval voor het donker terug in het basiskamp.

Karen, Saskia en ik hadden afgesproken dat we om de beurt voor het eten zouden zorgen en op vrijdag avond was het Saskia’s beurt. Ze had ravioli gemaakt en dat was heel erg lekker. We hebben gezellig ‘s avonds een glaasje wijn gedronken en ook zitten kletsen met de het groepje kampeerders naast ons, waaronder dus Johnno, Mike, Jo en Limo (is een bijnaam), wat allemaal erg leuke mensen zijn. Johnno maakte er zich ook niet zo heel druk om dat zijn touw toch nog aan de Moonarie hing. Na zo’n heftige dag gingen we allemaal redelijk vroeg naar bed. Ik heb nog een alternatieve douche genomen voor het slapen gaan; vochtige tissues doen veel. Er kwam dan ook een heleboel bruin stof van mijn lichaam af, dus geen overbodige luxe. Ik heb nog een prikkel uit mijn slaapzak verbannen en ging lekker slapen.

Meer klim avonturen volgen snel in deel 2.