BORIGINAL DOWN UNDER

De hilarische avonturen van Ingeborg Down Under

tiki comes into the world
Lilypie Baby Ticker

vrijdag, juli 02, 2004

JOAN’s VERJAARDAGSFEESTJE IN DUTCHMAN’s STERN

Na een hele week hard gewerkt te hebben (zie foto’s) werden Saskia en ik beloond met een lang weekend, want op zondag 25 april was het Anzac day. Anzac is een herdenkingsdag voor de gezamenlijke geallieerde troepen van Australie en Nieuw Zeeland, aanvankelijk gedurende de eerste wereld oorlog, waar ook de datum vanaf stamt, maar na de tweede wereldoorlog, werd de herdenkingsdag voor beide oorlogen en staat in het teken van de mensen die zij in beide oorlogen verloren hebben en het nastreven van vrijheid en de huidige manier van leven. Anzac betekent: the Australian and New Zealand Army Corps (the ANZACs) (Vertaald: Het Australische en Nieuw Zeelandse leger korps)
Je zou het dus kunnen vergelijken met 4 en 5 mei, maar dan op 1 dag.
In ieder geval is het tevens voor iedereen een vrije dag, zowel in Australie als in Nieuw Zeeland, en omdat het op een zondag viel kreeg iedereen de maandag vrij.

Saskia was dat weekend uitgenodigd door Joan, de moeder van Ellie, die 70 werd. Ze had de moeder van Ellie een keer ontmoet en Joan vond Saskia zo leuk dat ze Sas had uitgenodigd op haar verjaardag te komen. Een verjaardag die drie dagen zou duren. Saskia had gevraagd of haar gestoorde nichtje mee mocht en dat was geen probleem. Ik geloof dat ze net gedaan heeft of dat ik vrij normaal ben, anders was het niet gelukt misschien, ha ha.
Voor dit verjaardagsfeestje hadden ze drie dagen een huisje afgehuurd in de Flinders Ranges, in Dutchman’s Stern, wat Hollands achtersteven betekent. De naam heeft zijn herkomst van de vorm van het achtersteven van Hollandse schepen in de 19e eeuw. De vorm van de berg lijkt daarop, dus zo is het gekomen. Geeft toch een lekker chauvinistisch gevoel, dat er hier een berg naar de kont van een Hollands schip is genoemd.
Flinders Ranges is een behoorlijk groot natuurgebied, dus het was circa twee uur rijden dichterbij dan Moonarie. Dit keer hoefden we alleen ons eigen eten mee te nemen. Water, potjes en pannen waren allemaal aanwezig en bedden, douche en toilet ook. Voor de zekerheid hadden we wel onze slaapzakken meegenomen. Dus op vrijdagavond 23 april vertrokken Saskia en ik na het werk naar Dutchmen’s Stern. De reis verliep voorspoedig en even over elven kwamen we bij Dutchmens Stern aan; nog even naar de sleutels zoeken...
Het was aardedonker, dus in wat voor omgeving ik terecht was gekomen, zou ik de volgende dag ontdekken. Iedereen was al naar bed en Ellie en Brandon hadden een briefje voor ons achtergelaten, waar we onze slaapkamer konden vinden enzo. Brandon was toch wakker geworden, dus kwam ons nog even gedag zeggen. Sas en ik waren allebei erg moe, dus we zijn ook vrijwel gelijk maar gaan slapen.

De volgende ochtend, zaterdag 24 april, maakte in kennis met Joan, een schitterend mens, erg hartelijk en duidelijk ook erg intelligent. Ik mocht haar gelijk.
Dutchman’s Stern bleek werkelijk in the middle of nowhere te zijn; helemaal omringd door heuvels en onontgonnen land. Erg mooi. Het bestond uit twee huizen; elk met een keuken, douche en toilet, en diverse slaapkamers. Het ene huis wat groter dan het andere en ze stonden tegenover elkaar opgesteld. De huizen waren gemaakt van metalen golfplaten, niet heel mooi van de buitenkant, maar prima voor ons doel. Twintig meter verder op was er nog een oude schaapekooi en een slaapplaats die vroeger door de schaapscheerders gebruikt werd, maar nu kan worden gehuurd door backpackers. We zijn er later nog een kijkje gaan nemen; wat minder luxe, maar bied wel beschutting voor de vermoeide reiziger. Er stond nog een oude wolpers, dat vond ik wel boeiend, zeker na de verhalen van Brandon over zijn carrière als schaapscheerder.

Saskia en ik gingen samen met Ellie en Brandon klimmen in de buurt, bij een rots in het natuurgebied wat Buckaringa heet. Hannah, hun dochtertje, ging met ons mee. Het was een heerlijke zonnige dag en omdat we om beurten een beetje op Hannah pasten, konden we allemaal klims maken. Ik heb twee klims gemaakt, was wel stoer. Ook daar was het uitzicht schitterend. Het was niet te vergelijken met Moonarie, waarna elke rots een eitje lijkt, maar zo makkelijk bleek het toch niet te zijn. We hebben echt een heerlijke ontspannen en gezellige dag gehad.
Toen we eind van de middag terug kwamen maakte ik kennis met de broer van Ellie, Robert en zijn vrouw Felicity en hun kinderen. Ook hartelijke mensen. Er zou nog meer familie komen, maar die kwamen zondag pas.
Saskia en ik gingen van onze slaapplaats verhuizen naar het kleinere huis, waar Joan en haar man Neil sliepen en ook Ellie en Brandon. Er zat echter geen deur voor onze slaapkamer, wat ik toch iets minder plezierig vond met omkleden enzo, dus samen met Brandon hadden we een deur gemaakt van een laken, gewoon een gordijn dus, die met een vork vastgeklemd zat bovenaan de deurpost. Zeer profosorisch dus, maar het werkte, daar ging het om.

Er werd eten gekookt en ze vroegen aan Saskia en mij of wij mee wilden eten. We hadden niet echt veel zin om zelf te koken die avond, dus namen de uitnodiging graag aan. Het was dan ook erg gezellig met die hele club. De andere kinderen van Ellie waren er ook; Lenny en Ben, die heerlijk met hun nichtje en neefje aan het spelen waren buiten bij de hangmat.
Saskia en ik besloten onze mudcake tevoorschijn te halen, als lekkernij na het eten. Ook Joan had er een, er was zoveel eten, we kregen het niet eens op, maar we besloten de mudcake van Joan te bewaren voor later. Joan had het woord Mudcake gezegd tegen de kinderen en toen luidde het luidkeelse “MUDCAKE ALARM” van Ben en alle andere kinderen kwamen joelend naar binnen gerend, hunkerend voor de chocolade traktatie. Dat was wel erg grappig. Mudcake is het toverwoord, niet alleen voor kinderen, voor mij ook eerlijk gezegd.
Na de koffie met onder andere mudcake, kwamen de flessen wijn op tafel en het werd kouder, dus de kinderen kwamen ook naar binnen, want Brandon had het fornuis wat ook als kachel diende, lekker opgestookt. Saskia was erg moe, want die had de avond ervoor geen oog dicht gedaan door mijn gesnurk (en was dus ook op de vlucht geslagen en bij Ben in de kamer gaan slapen en ik was me nergens van bewust), dus ze ging redelijk vroeg naar bed om wat slaap in te halen. Ik heb nog een hele tijd backgammon zitten spelen met Ben (7) en Lenny (12). Had ik echt al heel lang niet meer gedaan en het was leuk dat ik hier meer mensen leerde kennen die dat een leuk spel vinden. Uiteraard leerde ik ze de officiele spelregels die ik zelf als twaalfjarige van mijn vriendin Lydi had geleerd. Ik heb zelfs wel eens met een toernooi meegedaan en de kinderen waren diep onder de indruk van mijn kennis. Tenminste nog iemand dan; mij ging het om het plezier.
Saskia zou de volgende ochtend weer gaan klimmen met Brandon en Ellie, maar ik vond het wel genoeg eigenlijk. Zij zijn verslaafd aan klimmen, ik vind het alleen erg leuk, en die dag wilde ik graag wat meer van de omgeving zien. Ellie had op het laatste moment toch besloten om niet te gaan klimmen en met Hannah bij haar moeder te blijven, want vandaag werd haar verjaardag gevierd, op Anzac day. Joan was in werkelijkheid op de 27e april jarig, maar het was al moeilijk genoeg om de hele familie op hetzelfde tijdstip bij elkaar te krijgen, dus ze vierde het wat vroeger. Hoe dan ook; Brandon en Saskia waren die ochtend dus samen gaan klimmen.

Die ochtend arriveerden ook de andere broer van Ellie; Duncan, met zijn vrouw Anne en zijn twee dochters. Ze hadden ‘s nachts gereden, dus waren behoorlijk moe. Leuke mensen ook. Ik vond Duncan wel grappig. Bij Anne had ik wel een vreemd gevoel, hoewel ze heel aardig was en ik er mijn vinger niet op kon leggen wat dat nou precies was. Was ook verder niet belangrijk.
De hele familie besloot een wandeling te maken en ik ging met ze mee. We gingen de heuvel “Dutchmens Stern” op; een wandeling van 4 kilometer ofzo, bergopwaarts. Joan liep het eerste stuk wel met ons mee, waar we nog kangoeroes gezien hebben, maar ze ging daarna terug naar Ellie en Hannah. Lily en Ben waren ook nog te jong voor zo’n lange wandeling, dus zij gingen met Joan mee terug.
Het was een jolige bedoening die wandeling; ik liep voor Duncan en Robert uit en de zoon van Robert liep voor mij, volgens mij was zijn naam Patrick. Patrick had moeite om de heuvel op te komen, maar omdat we achtergebleven waren bij de rest spoorden we hem steeds aan door te lopen, met allerlei grapjes om de moed er in te houden uiteraard. Ik had er zelf ook moeite mee, mijn kuiten gloeiden van de spierpijn, maar gewoon doorzetten, went vanzelf. Halverwege namen we een pauze en daar kwamen de snoepjes tevoorschijn. De kinderen klaagden over hun vermoeidheid en wilden eigenlijk niet meer verder. Ik vertelde ze een verhaal wat ik me van vroeger herinner:
We waren op vakantie met de boot van mijn vader en gingen naar de Grebbeberg. We gingen altijd met twee boten, de tweede boot behoorde toe aan een van mijn vaders beste vrienden; Kees. Remco, de zoon van Kees ging altijd mee en omdat er dan, inclusief met mijn broer, twee jongens waren, mocht ik altijd een vriendinnetje mee vragen. Dit keer was dat Marielle. Dus we gingen de Grebbeberg op, mijn vader samen met vier kinderen, en het pad wat we omhoog liepen bestond uit veel treden gemaakt van houten bielzen. Toen we halverwege waren zei mijn vader ineens:”Heeft iemand die treden nu wel geteld ?” Uiteraard had niemand van ons daar aan gedacht, dus mijn vader spoorde ons alle vier aan om weer naar beneden te gaan en we begonnen met tellen. Eenmaal boven hadden we allemaal een ander getal natuurlijk. Dus mijn vader had het grappige idee dat we dan maar opnieuw moesten tellen. Moe en met veel spierpijn gaven we ons er aan over, gingen weer helemaal naar beneden en telden alle drie-honderd-en-nog-wattes treden weer opnieuw. Mijn vader ging zelf ook mee uiteraard, zo is ie dan ook wel weer. Vooral de lol die we om die hele situatie hadden is me erg bij gebleven, dus dat ter illustratie van zo’n saaie volwassen uitspraak:”Later ga je dat wel waarderen.” Het is wel waar, maar voor kinderen zo’n absolute dooddoener; die willen niet wachten tot later, dat duurt veel te lang.
Hoe dan ook, we bereikten de top van de Dutchman’s Stern, ik al net zo gebroken als die kinderen vermoed ik, maar het uitzicht was gigantisch en zeer de moeite waard. Je kon tot aan de baai kijken waar Port Augusta aan ligt. Prachtig. En nee, ik heb de stappen niet geteld deze keer.

We moesten uiteraard ook dezelfde weg weer terug ! Je kon ook via een omweg naar beneden, maar daar waren de kinderen het niet mee eens, dus dat lieten we maar achterwege. Ik heb een heel stuk samen met Lenny gelopen. Ze is een beetje stilletjes, maar wel een hele lieve meid.
Vlak nadat we terug kwamen arriveerden Saskia en Brandon ook weer van hun klim en gingen we met zijn allen een barbecue voorbereiden.
Als verrassing voor Joan, was het de bedoeling dat iedereen zich tegelijk zou verkleden in Hawaii-shirts, om de verjaardag een tropisch tintje te geven. Ik had zelf bij stom toeval een bloemetjes bloes ingepakt, dus ik trok die aan toen het sein “omkleden” gegeven werd door Ellie en leende van Ellie een plastic bloemenkrans.
Joan vond het hartstikke leuk dat iedereen zich verkleed had en het had ook echt iets meligs. Dus als je de foto’s bekijkt, denk dan niet dat dat de Australische mode is ofzo.
De barbecue was erg gezellig en de gitaar werd tevoorschijn gehaald. Iedereen die ook maar een deuntje kon spelen, kwam aan de beurt. Ik had het idee dat het misschien wel grappig was om een Hollands verjaardagsliedje te zingen en stelde dat aan Saskia voor; zij deed wel mee, met enige aarzeling, maar ze kwam snel genoeg los. Dus daar kwam onze medly; Er is er een jarig en lang zal ze leven en hiep hiep hoera, enzovoorts en we moesten onderwijl zo nu en dan nog serieus nadenken over de tekst. Ook al verstonden ze er geen woord van, blijkbaar klonk het heel gezellig. Ze vonden het erg leuk. Volgens Joan is ons verjaardagslied leuker, maar ik denk gewoon dat wij meer varianten hebben in verjaardagsliedjes.
Na de barbecue kwam de verjaardagscake. Saskia en ik waren net even gaan gluren bij de schaapscheerdershut toen we geroepen werden. Of we nog een keer ons Nederlandse verjaardagslied wilden zingen. Nou, vooruit dan maar !
Hierna werd er een rugbybal rondgegooid. De bedoeling ervan was, dat diegene die de bal in handen had, een speech gaf voor de jarige. Nu had ik al eerder verteld dat Brandon schitterende verhalen kan vertellen en een onbegrensde fantasie heeft, dus toen hij aan de beurt kwam, vertelde hij zijn eigen versie van het levensverhaal van Joan. Hij vertelde hoe zij vanuit Engeland moedig naar Austalie was gekomen waar ze jaren lang als geheim agent voor de Britten had gewerkt en hoe ze een aanwinst was geweest voor hen en ook nu op televisie beroemd was geworden. Een erg korte versie van een geweldig verhaal, voor een vrouw die in werkelijkheid altijd lerares is geweest en die onder andere ook gek is op televisie. Hoe Brandon het verzint vind ik het meest verbazingwekkende.
Sas en ik hebben beiden in onze eigen woorden Joan en haar familie bedankt voor de geweldige hartelijke ontvangst; we werden zo warm opgenomen in hun familie, dat was echt helemaal te gek.
Ik heb me geen moment een buitenstaander gevoeld, ook al was ik tussen vrijwel allemaal vreemde mensen.

Daarna zijn we nog een korte wandeling gaan maken genietend van de ondergaande zon. Iedereen zat nog zo vol van de barbecue, dat we ‘s avonds wat hapjes aten en diverse cakes die nog over waren werden ook op tafel gezet; echt de hoorn des overvloeds. De helft van het eten wat Sas en ik hadden meegenomen was nog over. Ik denk van de anderen ook. We dronken een glaasje wijn met zijn allen en voerden gezellige gesprekken. De kinderen speelden gokspelletjes met Joan. Hoe dan ook, iedereen had het naar zijn zin, het was erg gezellig. Tevens onze laatste avond, want de volgende dag moesten we allemaal weer naar huis.

Op maandag ochtend hadden we het allemaal druk met inpakken en de huizen schoon maken. Ik weet nog dat ik ‘s ochtends wakker werd en dat ik een heerlijke geur rook. Ellie was een cake aan het bakken. Het water liep je echt in de mond bij die geur. Goed, we hielpen allemaal mee om de boel weer op orde te krijgen. Saskia wilde ook graag de wandeling maken, die ik de dag ervoor had gemaakt. Ik wilde de wandeling best nog een keer doen, maar dan met de omweg terug. Dus nadat we iedereen gedag hadden gezegd, vertrokken Saskia en ik te voet naar Dutchman’s Stern zelf. Een pad wat je eerst zigzaggend omhoog bracht, naar dezelfde top van de heuvel waar ik al eerder was geweest. Het uitzicht was er niet minder om, zo mooi. Saskia genoot er ook van. De omweg ging dwars door de bossen, heuvelafwaarts. We hadden erg veel lol onderweg en werden steeds vermoeider ook. De zon begon al lager aan de hemel te hangen en we begonnen het een beetje zat te raken. Aan het einde van de wandeling, bleek dan ook, dat we tien kilometer gelopen hadden. Geen vlakke stukken, maar bergopwaarts en afwaarts natuurlijk. Wel de moeite waard hoor, zo zie je echt wat van de omgeving en die is schitterend. Mijn kuiten waren het daar niet helemaal mee eens, maar pech gehad.
Nu hadden we van Ellie ieder een stuk van haar beroemde cake gekregen, die we netjes hadden bewaard als beloning na onze wandeling. Die cake was echt helemaal super, ben helaas de naam vergeten. We hebben later tegen Ellie gezegd:”Wie moeten we vermoorden om het recept te krijgen ?”
Ik heb het recept nog niet, maar ik weet zeker dat Saskia daar wel aan kan komen.

Het was al bijna donker en de zon was bijna onder toen we Dutchman’s Stern met ietwat tegenzin verlieten. Maar ja, de volgende dag moesten we allebei weer aan het werk. Op de terugweg reden we nog onder een aantal bomen door, die helemaal vol zaten met honderden kakatoe’s. Echt heel bijzonder vond ik dat. Dat komt niet helemaal over op de foto’s, maar in de werkelijkheid wat het een heel indrukwekkend schouwspel.

Het was in ieder geval weer een fantastisch weekend.

Tot de volgende blog !