BORIGINAL DOWN UNDER

De hilarische avonturen van Ingeborg Down Under

tiki comes into the world
Lilypie Baby Ticker

donderdag, maart 25, 2004

UBUD EN DE RAMAYANA-DANS

Ik was gebleven bij dinsdag de 16e, dus daar ga ik ook vrolijk verder.
Mijn raft-verhaal was nog niet voorbij;
Halverwege de tocht van 12 kilometer over het wilde water, maakten we een stop. Hier was hoog vanuit een rotspartij een waterval en er konden foto's gemaakt worden. Onze camera's en waardevolle spullen waren in een waterdichte zak gestopt.
Je kon ook naar de waterval klimmen en op zo'n 10 à 15 meter hoogte was een heel klein bassin onder de waterval, waar je in kon staan.
Het was allemaal glibberig, maar uiteraard moest en zou ik een poging wagen om daar te komen. De gids zou een foto maken. Samen met John schuifelde ik wat onhandig langs de smalle richel naar boven, langs de rotswand zoekend naar enige grip. Dat was er niet veel, maar er klommen zoveel mensen omhoog dat ook ik me niet liet kennen en het bassin bereikte.
Je kon niet onder de waterval gaan staan, want het water kletterde met teveel geweld naar beneden, maar wel ervoor in het bassin. Dat gaf wel een kick moet ik zeggen.
Onze gids maakte een foto van John en mij, met twee camera's en kort daarna glibberden we weer heel rustig naar beneden.
Als kind had ik hier geen punt van gemaakt, maar ik voelde me nu toch wat onwennig, maar hoe meer ik dat soort dingen weer ga doen, hoe soepeler dat weer gaat.

Hierna nog circa 6 kilometer te gaan en we waren al wat gewend aan het raften zelf, dus hadden iets meer gelegenheid om van het uitzicht om ons heen te genieten.
De tocht had zo'n twee uur geduurd, maar toen we op het eindpunt aankwamen, had ik het gevoel dat ik nog maar een half uur onderweg was geweest. Time flies when you're having fun.
Maar er wachte ons nog een laatste spannende stunt. We gingen met de boot van een waterval van 4 meter af duiken, springen, hoe je het ook wou noemen. Hiervoor moesten we wel in de boot zelf gaan zitten. Ik zat met Ebony voorin en onze benen moesten omhoog en over de voorkant.
Toen we de sprong maakten begreep ik waarom, want onze benen klapten omhoog en weer terug door de val. Het was niet eng, maar juist erg gaaf. Lachen. Het was voorbij voor je er erg in had, maar gaf wel een stoer gevoel. Zeker als je achter je keek en bedacht dat je daar met een opblaasbootje vanaf gesprongen was.

Hierna kregen we een lunch, maar voor we daar recht op hadden moesten we heel veel stijle trappen op met hoge stenen treden. Halverwege had ik al het gevoel dat mijn hart uit mijn lijf bonsde. Ik heb natuurlijk ook niet echt conditie en daarbij de warmte. Ik kwam dan ook als laatste boven; heel rustig aan gedaan. De lunch bestond uit een buffet en na die klim had ik echt honger. Die trappen kosten meer energie dan twee uur raften. Het eten was erg lekker en de entourage wat sober, maar het uitzicht van bovenaf de jungle in, maakte alles goed. Echt prachtig.
Je kon ook foto's en video's van het raft-avontuur aanschaffen. De video vond ik veel te duur, maar ik heb wel een stoere foto gekocht van ons team op een lekker wild stuk rivier, als aandenken. Als ik weer een keer de kans krijg en het is betaalbaar, zal ik zeker weer gaan raften. Ik kan het iedereen aanraden. Echt helemaal super ! Of vet cool, als ik een beetje bij de tijd wil blijven.

Na de lunch ging onze bus weer terug richting Sanur en Kuta. Ik had echter de chauffeur gevraagd om me naar Ubud te brengen, maar dat was net iets te ver om. Hij wilde me wel bij de dichtsbijzijnde plaats op zijn route afzetten. Ik was in slaap gevallen en hij moest me wakker maken ! Schaam...
Echter had hij meteen ander vervoer voor me geregeld om verder te reizen naar Ubud, voor 10.000 rupiah ( 1 euro) en dat was een hele nette prijs en zo hoefde ik zelf niet meer de onderhandelen. Daar was ik erg blij mee, zeker omdat ik nog moest wennen aan de echter wereld na mijn slaapje. Nog niet helemaal wakker dus.
Ik stapte in een klein knal oranje busje met veel roestplekken en niemand sprak engels. Met die 8 woorden Indonesisch die ik spreek kon ik ook geen gesprek aanknopen. Ik mocht voorin naast de chauffeur zitten (had ik om gevraagd) en dat was wel lachen. Wat een vehicel zeg; in Nederland zou het in een museum gezet worden als wonder dat het nog reed, maar APK was zeker onmogelijk geweest voor die bak. Iedere keer als de chauffeur schakelde hoorde je een knal die doordreunde onder je voeten. Der bodem viel er niet uit, maar ik hield voor de zekerheid toch mijn rugtas maar naast me op de stoel. Je begrijpt dat ik zo nu en dan ook moeite had om niet in lachen uit te barsten en de bron van inkomsten van de man naast me niet nog belachelijker te maken dan ik het al ervaarde, terwijl het voor hem bloedserieus was. Welkom in de andere wereld.
Er lag een offertje met rijst en bloemen voor het raam, dus de Hindoe-goden zullen gezorgd hebben dat het ding bleef rijden en bracht me veilig naar mijn bestemming. Na een half uurtje was ik in Ubud. Het was inmiddels al rond half vier 's middags.

Ik wilde heel graag naar Ubud, want dat staat bekend om de kunstnijverheid. Het eerste waar ik naar op zoek ging was een tentje waar ik wat kon drinken, want ik had dorst en het water wat ik bij me had was al vies lauw. Bij een klein hotelletje annex restaurant zat een Frans echtpaar te eten en dat leek me wel vertrouwd. Daarbij zag het er erg gezellig uit, met ronde houten tafels met dikke tafelbladen en Balinese kunstwerken aan de muren. Ik heb twee drankjes besteld en die drankjes zijn daar niet zo heel klein, dus ik had bijna een liter ijskoffie en mangosap naar binnen gewerkt. Toen kon ik er weer even tegen, want mocht het nog niet duidelijk zijn; het was smoorheet.
Aan het bedienend personeel in het restaurant vroeg ik wat leuk was om te bezichtigen. Net als Saskia in een mail had geschreven, adviseerde ze mij om naar Monkey Forest te gaan en vertelden ze me dat er die avond een Balinese dans zou zijn, die rond 7 uur begon en dat dat zeer de moeite waard was.
Nu had ik nog geen Balinese dans gezien en dat leek me geweldig, dus de plannen waren gemaakt.

Dit alles bevond zich in één lange straat die schuin omhoog liep. Ik wandelde eerst naar beneden naar Monkey Forest, bekeek kunst en winkeltjes en kocht uiteraard wat banaantjes, net voordat ik het park in liep. Ik dacht dat het net zoiets zou zijn als de aapjes bij de Gitgit waterval in de buurt. Die vond ik dus niet zo leuk. Dit was hetzelfde ras, maar ze waren veel tammer en niet zo agressief. Ik was het park nog niet binnen met mijn tros banaantjes of de aapjes, jong en oud (ook babietjes, echt schattig) renden vrolijk op me af. Ik wilde mijn camera pakken, maar kreeg de kans niet, want één van de apen klom via mijn been op mijn schouder, klauterde langs mijn arm en pakte een banaan. Ik bukte om hem weer op de grond te laten, toen pakte hij nog een banaan en was toen tevreden. Ik deelde mijn banaantjes uit en binnen een minuut waren ze allemaal op. Maar het was echt heel leuk. UIteindelijk heb ik later nog een trosje gekocht, maar die werd vrijwel in zijn geheel door een grote brutale aap gejat, dus toen hield ik het bananenfeest voor gezien.

Het park was zelf heel mooi met oude tempels, die al mosgroen waren van de ouderdom en de jungle.
Overal aapjes natuurlijk. Toen ik een ander pad nam daalde ik af naar beneden, ging over een smalle brug en ontdekte daar een bassin en een tempel, dit moet eeuwenoud zijn geweest en een stukje verder in de rotswand, aan beiden zijden langs een smalle richel, weer twee tempels. Helemaal beneden (zeker 20 meter lager) stroomde een riviertje). De vraag is hoe ze het ooit voor elkaar gekregen hebben om daar tempels te bouwen op zo'n plek. Het was wel schitterend mooi. Ik was diep onder de indruk.

Het begon echter al te schemeren en ik was helemaal alleen op die plek, dus ik ben snel weer terug gegaan.
Ik moest ook nog helemaal omhoog voor mijn Balinese dansvoorstelling, die in The Palace plaatsvond.
Ik had mijn rugtas met natte raftkleding achtergelaten bij het restaurant met de belofte dat ik er later zou gaan eten, dus dat scheelde al een heel gewicht.

Ik kreeg een lift van iemand die mij natuurlijk vervoer wilde aanbieden naar Sanur en na veel gestechel kwamen we op een goede prijs uit.
Dat paleis was overigens waanzinnig. Er was een tempel en voor het voorportaal lag een groot rood tapijt met aan weerszijden bamboe-instrumenten en het Balinese orkest. Ze tokkelden ons in de stemming. Ik zat naast een zwitserse jongen op een stenen bank onder een boom. Het was al donker en het geheel werd verlicht met kaarsjes en spotlights.
Ik bekeek de Ramayana dans, die ging over een prinses die ontvoerd werd, maar met de hulp van een witte aap, die een bijzondere betekenis heeft blijkbaar, kwam alles uiteindelijk goed. Dat in het kort.
De kostuums waren schitterend en de dans was goed te begrijpen, door de mimiek en poses. Er zat ook veel humor in. Zo waren er ook kinderen verkleed als aapjes, als onderdeel van de dans, die over het podium rolden en eentje rolde er als een echte aap vanaf en bijna in het publiek. Dat hoorde er natuurlijk allemaal bij.
Er was inmiddels een stroomstoring, dus we moesten het met kaarslicht doen, maar dat gaf het geheel wel iets extra romantisch. Naast mij zat inmiddels een jong Balinees gezin, waaronder een baby van anderhalf schat ik. Iedere keer als er een nieuw figuur op het podium verscheen, raakte hij zachtjes met zijn handje mij arm aan en wees naar de dansende figuren, alsof hij me wilde vertellen dat ik daar toch echt moest kijken. De taal van kinderen is wat dat betreft over de hele wereld hetzelfde. Het was echt heel vertederend en buiten dat ik van het schouwspel genoot, vond ik dat ook geweldig.

De tijd vloog om en ik ben daarna bij kaarslicht bij het restaurantje waar mijn tas was, gaan eten.
Halverwege mijn bami sprong het licht aan en iedereen juichte. Ik heb hierna nog even gewinkeld en ben daarna, om tien uur naar Sanur terug gegaan. Ik was echt moe, want ik had erg veel in een dag gepropt, maar het was wel fantastisch, ik had het niet willen missen.

Morgen de laatste avonturen in Bali en dan op naar Australië !